Zilvester Zandstra met pensioen: ‘Ik kan mijn werk niet helemaal loslaten’
En dan is het zover: na een lange carrière komt de pensioendatum in zicht. Zilvester Zandstra, mede-eigenaar van FlanQ, doet vanaf 1 januari na een lange carrière als accountant een stapje terug. Dit laat FlanQ uiteraard niet zomaar voorbijgaan. Wij blikken samen met Zilvester terug op zijn carrière.
Hoe is jouw carrière begonnen?
“Ik heb vanaf mijn 17e jaar in de administratieve hoek gewerkt. Ik ben ooit begonnen als assistent boekhouder bij een hele grote wasserij annex linnenverhuurbedrijf. Toen werkten we nog met ouderwetse doorschrijf boekhoudsystemen. Hele boekhoudingen hebben in mijn handschrift gestaan. Op mijn 35e heb ik mijn accountantsopleiding afgerond. Ik werkte bij een accountantskantoor in Den Haag, waar ik in de avonduren mijn opleiding volgde. Na het behalen van mijn diploma mocht ik mezelf inkopen in het bedrijf. In 1999 heb ik mij als zelfstandige gevestigd in Maassluis. Na vier jaar runde ik samen met mijn vrouw een kantoor met 3 medewerksters.
Hoe is de samenwerking tussen jou en Frans ontstaan?
“In 2016 ben ik samen met Frans van Lonkhuizen en Aad van Oosten FlanQ begonnen. Vijf jaar daarvoor ben ik via John Weerdenburg van Auxilium Adviesgroep in contact gekomen met Pascal Scheurwater, die bij Frans en Aad werkte. Ik zocht in die tijd extra ondersteuning voor mijn eigen kantoor omdat het werk door sterke groei te veel werd. Ik kon het goed met Pascal vinden en hier is uiteindelijk de samenwerking uit voort gekomen.”
Wat maakt voor jou het zijn van accountant zo leuk?
“Het leukst vind ik de wisselende soorten klanten die je tegenkomt. Van zzp’ers tot een groot beveiligingsbedrijf met vele tientallen medewerkers. Wisselende bedrijven met verschillende omstandigheden: dat maakt het werk interessant. Zo heb ik succesvolle bedrijfsoverdrachten mogen begeleiden en werknemers ondersteund die aandelen van hun werkgever overnamen. Daarnaast vind ik het mooi dat ik de vertrouwenspersoon voor mijn klanten kan zijn. Dat geeft het gevoel dat je ergens toe doet.”
Waar moet volgens jou een goede accountant aan voldoen?
“Je moet proactief zijn. Daar bedoel ik mee dat je dingen moet constateren die op het eerste gezicht misschien niet zichtbaar zijn. Je moet dan aanvoelen of er dingen spelen waar de klant mee zit, maar die niet uit de boekhouding blijken. De cijfers zelf zijn alleen maar een hulpmiddel. Op basis van de cijfers en de gesprekken die je voert met de klant geef je als accountant advies.”
Naast het werk als accountant ben je ook altijd druk geweest met sport.
“Klopt, ik ben tot een paar jaar terug zeer actief sporter geweest. Zo heb ik zaalhandbal wedstrijden gefloten, zelfs tot op het hoogste landelijke niveau. Door mijn reumatische aandoening moest ik hier helaas na bijna 45 jaar mee stoppen. Ik had het nog graag blijven doen, maar dat gaat helaas niet meer. Toch ben ik er niet helemaal mee gestopt, ik begeleid nu jonge scheidsrechters.”
Per 1 januari 2022 ga je met pensioen. Vind je het moeilijk om afscheid te nemen van het werk?
“Ja, het is ook niet voor niks dat ik wat langer door ben gegaan. Ik ben 67 en had mijn pensioenleeftijd vorig jaar al bereikt. Omdat ik het werk zo leuk vind, ben ik toch wat langer doorgegaan. De laatste tijd heb ik echter gemerkt dat ik fysiek meer hinder ervaar door mijn reumatische aandoening. Op dit moment ben ik fysiek nog gezond genoeg om samen met mijn vrouw Noortje te kunnen genieten van de leuke dingen. Daarom is dit het moment voor mij om er mee te stoppen.”
Wat ga je doen nu je straks veel vrije tijd hebt?
“Wij gaan zeker leuke dingen doen zoals reizen maken met mijn vrouw. We willen graag Europa gaan verkennen. Daarnaast hebben we vijf kleinkinderen waarvan er twee nog erg jong zijn. Hier heb ik straks alle tijd en aandacht voor. Ook zullen we zeker meer tijd door gaan brengen in ons “Drenthehuis”.
Wat ik ook ga doen is mezelf inlezen in de coöperatie waar ik penningmeester van word. Verder neem ik een aantal oudere klanten mee. Bij velen kom ik al bijna 40 jaar over de vloer. Die zijn samen met mij oud geworden. Daar blijf ik op bezoek komen en die blijf ik één keer per jaar van een aangifte inkomstenbelasting voorzien. Naast dit sociale aspect kan ik mijn werk toch niet helemaal loslaten”